Auteursportret op website Uitgeverij Eigenzinnig

15-06-2020 11:28

Gerry Huizenga


Een jeugdbeeld: mijn vader, boer in Friesland, die aan de keukentafel een gedicht voordraagt. Hij gaat erbij staan, gebruikt de gebaren en mimiek die bij de woorden passen. Een andere keer is het zijn rol in een toneelstuk, die hij op deze wijze repeteert. Ook herinner ik mij hem achter een, volgens mijn kinderblik, heel dik boek. De spaarzame vrije tijd van mijn vader ging voornamelijk op aan zijn liefde voor theater, poëzie en verhalen. Die liefde bewaar ik voor hem als een grote schat.

 

Zelf lees ik van jongs af aan alles wat los en vast zit. Toen ik net begon te lezen waren dat stukjes in de krant, die altijd wel op tafel lag. Later de weinige voor kinderen geschikte bibliotheekboeken op school, daarna de boeken van de jeugdplanken in de bibliobus. De Vijfde Kameleon. Een enkele keer kreeg ik een boek voor mijn verjaardag of met Sinterklaas. Mijn favoriete kinderboek, De kinderen van de grote Fjeld, staat nog altijd in mijn boekenkast.

 

Schrijven doe ik ook al van jongs af aan. Alleen is zelf verhalen verzinnen en die vervolgens opschrijven een proces, dat ik niet eventjes snel naast andere ingewikkelde zaken in het leven volbreng. Althans, niet op dezelfde dag. Het duurde dan ook tot mijn zestigste verjaardag, voordat mijn eerste boek uitkwam.

Dat was De geheimen van Westeresch. Eén van de hoofdpersonages, Geert Westerling, zat al jaren in mijn hoofd. Ik schreef al eens een verhaal over hem, tijdens de opleiding aan de Schrijversvakschool (Groningen). De reacties toen bij een openbare voorleessessie hebben ervoor gezorgd, dat ik de jongeman een eigen plekje in de Westeresch-serie heb gegeven.

 

In een interview met Luisterboeken On Air werd me gevraagd, hoe avontuurlijk mijn eigen jeugd was, aangezien de personages Geert en Bowien in de Westeresch-boeken nogal wat avonturen beleven. Als antwoord gaf ik, dat op het platteland opgroeien op zich al een avontuur is. De uitdagingen en verhalen liggen als het ware voor het oprapen. Ook moest ik met twee hardwerkende ouders vaak zelf de kleinere problemen oplossen. Om een voorbeeld te geven: op de leeftijd van Geert en Bowien fietste ik elke dag zo’n 25 km naar en van school. Ik herinner me een plotselinge storm op de terugweg en dat ik een sloot in fietste. Ook fietste ik van school terug graag door het bos. Dat mocht ik niet. Nu snap ik de gevaren, toen was het voornamelijk een heerlijk tochtje met ruimte voor fantasie. Die vrijbuitermentaliteit bezit ik nog altijd, en zorgt voor nieuwe verhalen.  

 

—————

Terug